In een zaak die zich afspeelde bij de rechtbank te Amsterdam heeft een huurder acht keer een woning gehuurd via het platform Airbnb. Naast de huursom moest de huurder ook ‘servicekosten’ betalen aan Airbnb. De huurder had in totaal een bedrag van Euro 470,13 aan servicekosten betaald. De huurder vordert de terugbetaling van deze kosten op grond van onverschuldigde betaling omdat Airbnb deze kosten niet in rekening had mogen brengen. Er is volgens huurder sprake van ‘het dienen van twee heren’ nu Airbnb bij de verhuurder ook drie procent aan bemiddelingskosten in rekening brengt. Airbnb verweert zich met de stelling dat geen sprake is van bemiddeling, maar dat zij slechts een platform biedt waar huurder en verhuurder bij elkaar kunnen komen. De rechter verwerpt deze stelling en oordeelt dat Airbnb wel degelijk fungeert als bemiddelaar tussen beide partijen bij de totstandkoming van huurovereenkomsten. Aan dit oordeel ligt ten grondslag dat Airbnb slechts een selectie laat zien van de woningen die voldoen aan de zoekvraag van de huurder en daarnaast ook de uiteindelijke prijs bepaalt waartegen de woning wordt aangeboden bij de huurder. De huurder en verhuurder hebben geen mogelijkheid om – zolang de huurovereenkomst nog niet tot stand is gekomen – buiten Airbnb met elkaar in contact te treden en de huurder betaalt de huursom niet rechtstreeks aan de verhuurder, maar aan Airbnb. Al deze omstandigheden maken dat Airbnb wel degelijk actief optreedt als tussenpersoon bij de totstandkoming van huurovereenkomsten en niet slechts fungeert als een soort prikbord waar aanbod en vraag elkaar kunnen vinden. Het verweer van Airbnb dat de wettelijke bepalingen inzake bemiddeling niet van toepassing zouden zijn omdat het voornamelijk om vakantieverhuur gaat en niet om ‘normale’ huur gaat volgens de rechter niet op. Airbnb wordt veroordeeld tot het terug betalen van de servicekosten. Deze uitspraak opent de weg voor andere huurders die via Airbnb een woning hebben gehuurd om ook de servicekosten terug te vorderen. Airbnb heeft reeds aangegeven het niet eens te zijn met de uitspraak en in hoger beroep te gaan. Het verdienmodel wordt derhalve voorlopig nog niet aangepast. Wordt vervolgd!