Duurzaam en verantwoord ondernemen staat de afgelopen jaren in de spotlights. Steeds meer leeft het gevoel dat ondernemingen niet alleen verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen activiteiten, maar ook voor de activiteiten van partners met wie zij samenwerken. In de Europese Unie is de afgelopen jaren gewerkt aan wetgeving om grote ondernemingen in dit kader verplichtingen op te leggen.
Dit heeft geleid tot de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Deze richtlijn, ook wel de antiwegkijkwet genoemd, is op 25 juli 2024 in werking getreden. De verplichtingen in de richtlijn gelden slechts voor zeer grote ondernemingen, kort gezegd ondernemingen met meer dan 1000 werknemers en een omzet van meer dan 450 miljoen euro per jaar.
Het doel van de wet is om te bevorderen dat bedrijven een bijdrage leveren aan het beperken van hun negatieve invloed op mensenrechten en milieu. Zij moeten deze negatieve invloed zoveel mogelijk in kaart brengen. Daarnaast worden zij verplicht om passende maatregelen te nemen op het moment dat zij constateren dat in hun activiteitenketen sprake is van schending van mensenrechten of milieuregels.
Hoewel de verplichtingen uit de richtlijn enkel voor grote ondernemingen gelden, ligt voor de hand dat ook het MKB hierdoor geraakt wordt. Een MKB’er kan immers een ketenpartner zijn van een onderneming die aan de verplichtingen van de richtlijn moet voldoen. Die onderneming moet actief de effecten op milieu en mensenrechten in zijn keten onderzoeken en zal daarom bij de MKB’er informatie willen opvragen om dit inzichtelijk te krijgen. In de praktijk zal moeten blijken hoe belastend dit voor het MKB gaat worden, maar het laat zich indenken dat het tot een flinke inspanning leidt. De richtlijn bevat wel enkele maatregelen om het MKB hierin te ondersteunen. Bovendien kunnen MKB’ers zich op dit vlak onderscheiden. Zij kunnen een aantrekkelijke ketenpartner worden als zij vooroplopen op het gebied van transparant ondernemen en als zij snel kunnen aantonen dat zij ‘CSDDD compliant’ zijn.
De verplichtingen uit de richtlijn zullen worden gehandhaafd door een toezichthoudende autoriteit, wat in Nederland naar alle waarschijnlijkheid de Autoriteit Consument & Markt wordt. Daarnaast lopen ondernemingen het risico om civielrechtelijk aansprakelijk te worden gesteld wanneer zij bewust nalatig zijn in het naleven van de verplichtingen en dit tot schade leidt. Deze aansprakelijkheid is wel beperkt tot schade veroorzaakt door eigen schendingen van milieuregels of mensenrechten. Er bestaat dus geen aansprakelijkheid voor schade door ketenpartners.
De CSDDD bevat een ambitieus pakket aan maatregelen en is uniek in zijn soort. Wat de exacte effecten van de richtlijn in de praktijk gaan zijn valt moeilijk in te schatten, maar duidelijk is wel dat het bedrijfsleven aan het werk wordt gezet.