De uitbraak van het coronavirus in Nederland heeft veel impact op ons dagelijks leven. Inmiddels zijn scholen, sportclubs en horecagelegenheden verplicht gesloten. Ook de invulling van werk ziet er voor veel mensen anders uit, zo werken veel mensen waar mogelijk inmiddels thuis. Tegelijkertijd roept het coronavirus ook veel vragen op bij werkgevers. Want hoe moet u omgaan met werknemers die aangeven dat zij niet willen of kunnen werken vanwege het risico op (het oplopen van) het coronavirus? Kunt u van uw werknemers verlangen om aan het werk te gaan?
Hoofdregel
Als hoofdregel geldt dat een werknemer zolang deze niet ziek is of ziekteverschijnselen vertoont verplicht is om te komen werken. Wel worden werkgevers door de overheid opgeroepen om indien dit mogelijk is hun werknemers zoveel mogelijk thuis te laten werken. Voor sommige beroepen is dit echter geen optie. Denk bijvoorbeeld aan de bouwvakker, het winkelpersoneel en de treinconducteur. Met name bij dienstverleners in het openbare leven is er sprake van veel contactmomenten met anderen waardoor het risico op besmetting hoger ligt dan bij bijvoorbeeld de bouwvakker. Het is voor te stellen dat winkelpersoneel zich niet prettig voelt bij de huidige situatie en uit angst voor besmetting niet wil werken. Moet u als werkgever daarin meegaan? Het antwoord luidt in beginsel ontkennend. Uitgangspunt is dat u als werkgever een wettelijke plicht heeft om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving voor uw werknemer. Dit betekent dat u als werkgever alle mogelijke maatregelen dient te nemen om de werkplek zo veilig mogelijk te maken. Als u heeft voldaan aan uw zorgplicht door bijvoorbeeld het opstellen van een ‘Corona-beleid’ en het nemen van gepaste maatregelen op de werkvloer heeft uw werknemer geen reden om niet te verschijnen op zijn werk. De enkele angst voor besmetting is, met inachtneming van alle getroffen maatregelen en de adviezen van de deskundigen, onvoldoende reden om thuis te blijven.
Werknemer behoort tot de risicogroep
Maar hoe zit het met de werknemer in contact intensieve beroepen die zelf tot een risicogroep behoort? Inmiddels is duidelijk dat het coronavirus voor ouderen, longpatiënten, diabetespatiënten en mensen met hart- en vaatziekten extra gevaarlijk is. Indien zij het virus oplopen hebben zij een grotere kans op ernstige ziekte en mogelijk overlijden. Het is daarom niet onbegrijpelijk dat een werknemer die tot deze groep behoort liever niet wil werken uit angst voor besmetting. In dit geval kunt u, gelet op alle omstandigheden niet zonder meer van de werknemer verwachten dat deze werknemer aan het werk gaat. De omstandigheid dat de werknemer behoort tot de risicogroep, in combinatie met de wetenschap dat de werkzaamheden veel fysiek contact vereisen, maakt dat de werknemer in zo’n geval een goede reden heeft om te vragen om niet te worden ingezet voor zijn eigen werk. Het kan in deze omstandigheden onverantwoord zijn om de werknemer te laten werken in verband met de grote risico’s voor zijn of haar eigen gezondheid. Het is aannemelijk dat het niet kunnen werken om deze redenen in de risicosfeer van de werkgever komt te liggen. Dit is vergelijkbaar met de loondoorbetalingsplicht van de werkgever bij ziekte. Het verdient daarom aanbeveling om in een dergelijk geval in overleg te treden met de werknemer en te onderzoeken of er wellicht andere mogelijkheden zijn om toch aan het werk te blijven. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het tijdelijk aanbieden van alternatieve werkzaamheden.
Werknemer heeft een kwetsbare naaste
Tot slot de vraag hoe u dient om te gaan met een werknemer die weliswaar zélf niet tot de risicogroep behoort, maar een naaste heeft die daar wél toe behoort. Hierbij valt bijvoorbeeld ook te denken aan de mantelzorger die regelmatig en structureel zorg verleent aan een kwetsbare naaste. Het is voorstelbaar dat de winkelmedewerker en tevens mantelzorger uit angst voor besmetting van zijn naaste een risico ziet in het werken in de openbare ruimte, met directe klantencontacten. Het goed werkgeverschap brengt mee dat in een dergelijke situatie zorgvuldig moet worden onderzocht of van de werknemer kan worden gevergd om de werkzaamheden voort te zetten. Anderzijds rust op de werknemer op grond van de arbeidsovereenkomst en de eisen van goed werknemerschap de plicht datgene te doen of na te laten wat van een goed werknemer mag worden verwacht. Ook in dit geval geldt dat u er goed aan doet om samen met uw werknemer te zoeken naar een voor beide partijen passende oplossing, waarbij de belangen van werkgever en werknemer goed worden afgewogen. Indien een werknemer van mening zou zijn dat hij of zij niet zou kunnen werken dan rijst de vraag welke gevolgen dit heeft voor het wel of niet doorbetalen van het salaris. Op grond van de wet geldt als hoofdregel: geen werk, toch loon, tenzij de reden voor het niet werken in redelijkheid voor rekening van de werknemer hoort te komen. U als werkgever moet dit dan kunnen bewijzen. Of dit in voormelde situatie het geval is zal moeten worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
Verdere ontwikkelingen
Door de overheid kunnen steeds aangepaste maatregelen worden genomen in verband met de bestrijding van de pandemie die van invloed kunnen zijn op de arbeidsverhouding en de wederzijdse verplichtingen van werkgevers en werknemers in deze tijd. Volgt u de berichten in het nieuws of vraag ons om advies in voorkomende situaties. Wij denken met u mee en staan u graag bij met advies. Neem contact op met onze arbeidsrecht advocaten: mr. Ben Kievitsbosch, mr. Elizabeth Stegeman of mr. Tessa Vollbehr.