De stappen bij niet-nakoming van A tot Z

Een helder voorbeeld 
Wanneer de afspraken niet worden nagekomen, komt de schuldenaar in verzuim te verkeren. Een ingebrekestelling met redelijke termijn voor het alsnog nakomen kan verplicht zijn. Uiteindelijk kan de overeenkomst  worden ontbonden. Vervolgens ontstaat er een ongedaanmakingsverbintenis. Partijen moeten dan wat al wel is gedaan weer ongedaan maken. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in een recente uitspraak een kraakhelder voorbeeld gegeven van wat de stappen zijn vanaf het niet-nakomen tot en met de ongedaanmakingsverbintenis. Een doodgewoon geval en daarom juist goed om te weten, dit overkomt namelijk iedereen. 

De situatie 
Grizlly zou voor haar afnemer onder meer een website bouwen. De afnemer had hiervoor ook vooruitbetaald. Vervolgens bouwt Grizzly de website en vult deze met lorem ipsum teksten om later de echte teksten te plaatsen.  Op 25 augustus levert Grizzly de website op. Dezelfde dag geeft de afnemer aan dat niet tevreden is, onder meer omdat teksten nog niet waren ingevuld en links niet werkten. 

Ingebrekestelling 
Vervolgens heeft de afnemer heeft Grizzly een termijn van tien werkdagen gegeven om het in orde te maken en aangegeven dat de website uiterlijk 15 september live moet gaan. Daarop heeft Grizzly op 5 september 2023 haar afnemer verzocht om de gewenste inhoud aan te leveren. Op 10 september werd deze toegezonden. Waarop door Grizzly op 12 september wordt aangegeven dat ze de teksten gaan plaatsen. Het leek dus allemaal alsnog goed te gaan.

Ontbinding 
Bij e-mail van 24 september 2023 heeft de afnemer de overeenkomsten met Grizzly buitengerechtelijk ontbonden en Grizzly gesommeerd tot terugbetaling van € 11.083,60. Kennelijk is er na het aanleveren van de teksten niet het gewenste resultaat behaald. Grizzly betaalt vervolgens niet. 

Dagvaarding 
De afnemer gaat over tot dagvaarden en stelt dat Grizzly niet (tijdig) een volledig operationele website heeft gerealiseerd en niet is aangevangen met de werkzaamheden voor het optimaliseren van de website. Er zou sprake zijn van verzuim na ingebrekestelling, waardoor de afnemer de overeenkomst mocht ontbinden. 

Verweer
Grizzly stelt op haar beurt dat zij de website niet af kon maken zonder de door de afnemer aan te leveren teksten, dat er geen fatale termijn was en dat redelijke termijn voor nakoming is geboden. 
Het eerste verweer is een beroep op zogeheten schuldeisersverzuim. De rechter gaat hier niet in mee en stelt “Voor zover de stelling van Grizzly juist is dat zij niet verder kon met het bouwen van de website omdat [eiser] geen content aanleverde, dan had het op haar weg gelegen om [eiser] duidelijk aan te spreken op het uitblijven van content. Dat Grizzly dat heeft gedaan, is niet gebleken, zeker niet in die zin dat zij heeft aangegeven niet verder te kunnen met de uitvoering van haar opdracht. Bovendien heeft [eiser] kennelijk wel op 18 juli 2023 en vervolgens op 10 september 2023 content aangeleverd.”
Het tweede verweer komt neer op de stelling dat er geen verzuim is ingetreden. Ook daar gaat de kantonrechter niet in mee, die stelt “Met de e-mail van 25 augustus 2023 heeft [eiser] Grizzly in gebreke gesteld en tot 15 september 2023 de gelegenheid gegeven om alsnog een operationele website op te leveren. De kantonrechter vindt de gegeven termijn redelijk. Voor zover Grizzly zich op het standpunt stelt dat de gegeven termijn te kort was, dan had het op haar weg gelegen om dat aan [eiser] te laten weten. Niet gebleken is dat zij dat heeft gedaan. Omdat Grizzly binnen de gestelde termijn niet alsnog is nagekomen, is zij in verzuim geraakt.”

Ontbinden was terecht 
De rechter concludeert vervolgens dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst en Grizzly is vanaf 15 september 2023 in verzuim. Niet gesteld of gebleken is dat de tekortkoming in dit geval, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. De afnemer mocht daarom de overeenkomsten bij e-mail van 24 september 2023 buitengerechtelijk ontbinden.

Ongedaanmakingsverplichting 
De website was al grotendeels gebouwd, zo stelt Grizzly. Zij wil dus niet de volle som terugbetalen, want ze kan de bouw van de website niet meer ongedaanmaken. Afnemer heeft gesteld dat de website nooit functioneel is geweest en zij daarom er geen bedrag voor verschuldigd is in het kader van de ongedaanmaking. De rechter gaat hierin mee. Het volle bedrag moet terug naar de afnemer, minus een kleine vergoeding voor de andere werkzaamheden in het kader de search engine optimalisatie. 
 

Auteur

mr. F.C. (Fabian) Verduijn

Gepubliceerd op

09-12-2024

Rechtsgebieden

Ondernemingsrecht