De procedure in eerste aanleg
Eisende partij (hierna: “partij X”), een glas- en montagebedrijf, heeft van 2014 tot 2019 kit gekocht van de gedaagde partij (hierna: “partij Y”), een groothandel in bouwmaterialen. Deze kit werd door partij X gebruikt bij zijn werkzaamheden als glaszetter. Partij X stelt dat de kit gebrekkig is en niet voldoet aan de verwachtingen op basis van de koopovereenkomst.
Partij X vorderde in eerste aanleg een schadevergoeding van € 90.760,25 en vergoeding van toekomstige schade wegens de gebrekkige kit. De rechtbank wees deze vorderingen af omdat de vorderingen verjaard zouden zijn. Verder stelde de rechtbank dat de aansprakelijkheid van partij Y beperkt is door haar algemene voorwaarden en dat partij X deze voorwaarden niet succesvol vernietigd heeft.
Partij X heeft hoger beroep ingesteld. Hij vorderde vernietiging van het vonnis, een verklaring voor recht dat de kit gebrekkig is en diverse schadevergoedingen.
De procedure bij het hof
De verjaring
Het hof oordeelde dat de vorderingen van partij X niet zijn verjaard. Dit was een cruciaal geschilpunt in de zaak. De eerste aansprakelijkstelling dateerde van 29 april 2020, waarmee een verjaringstermijn van twee jaar begon. Partij Y stelde dat deze termijn was verstreken zonder een stuitingshandeling, maar partij X verwees naar een verzoekschrift voor een voorlopig deskundigenonderzoek, ingediend op 16 februari 2021. Hoewel een dergelijk verzoekschrift niet automatisch de verjaring stuit, concludeerde het hof dat het verzoek in dit geval voldeed aan de vereisten van een schriftelijke voorbehoud zoals bedoeld in artikel 3:317 BW. Dit betekende dat de verjaring op 16 februari 2021 was gestuit en partij X’ dagvaarding van 20 januari 2023 tijdig was.
Non-conformiteit: De gebrekkige kit
Het hof stelde vast dat de door partij Y geleverde kit niet voldeed aan de verwachtingen op grond van de overeenkomst. Uit deskundigenonderzoek bleek dat de kit “zacht bleef” en “uitliep”, wat volgens het rapport abnormaal was. Partij Y verweerde zich met de stelling dat de problemen waren veroorzaakt door interactie met ander materiaal (PE-band), maar het hof volgde de conclusies van onafhankelijke deskundigen dat de oorzaak lag in de samenstelling van de kit zelf.
Klachtplicht en verzuim
Een ander belangrijk punt was of partij X tijdig had geklaagd en of partij Y in verzuim was geraakt. Het hof oordeelde dat partij X nog onvoldoende inzicht had gegeven in welke klachten bij welke leveringen hoorden. Partij X kreeg de opdracht om deze informatie duidelijk in een schema te presenteren, waarna partij Y hierop kan reageren. Hoewel non-conformiteit werd vastgesteld, bleef de vraag over verzuim en klachtplicht voor verdere onderbouwing open.
Beperking van aansprakelijkheid: Algemene Voorwaarden
De algemene voorwaarden van partij Y beperkten de aansprakelijkheid tot het factuurbedrag en sloten gevolgschade uit. Partij X stelde dat deze voorwaarden onredelijk bezwarend waren en beriep zich op basis van de zogenoemde ‘reflexwerking voor kleine ondernemers’ op artikel 6:237 BW. Het hof wees dit beroep af omdat partij X handelde in de uitoefening van haar bedrijf en dus niet gelijkgesteld kon worden aan een consument. Het hof benadrukte dat dergelijke exoneratiebedingen gebruikelijk zijn in de branche en dat partij X niet tegen de toepasselijkheid van de voorwaarden had geprotesteerd bij eerdere leveringen.
Conclusie
Hoewel het hof de vorderingen van partij X niet als verjaard beschouwde en de non-conformiteit erkende, blijft verdere onderbouwing over klachtplicht, verzuim en schade nodig. Deze zaak benadrukt het belang van duidelijke afspraken, proactief handelen bij klachten, en een zorgvuldige voorbereiding van juridische procedures.
De uitspraak leest u hier.
Heeft u vragen over verjaring, non-conformiteit, of algemene voorwaarden? Neem gerust contact met op met onze collega mr. I.R. van der Rest voor juridisch advies.