De overheid dient zorgvuldig te handelen en heeft zich te houden aan bepaalde normen van behoorlijk bestuur. Dit geldt zowel bij de uitoefening van bestuursbevoegdheden als bij privaatrechtelijke handelingen, zoals de verkoop van onroerend goed. In de uitspraak van deze week stond ter discussie of de gemeente Rhenen bij de verkoop van het Dorpshuis in Elst voldoende zorgvuldig had gehandeld.
Het Dorpshuis was via een aanbestedingsprocedure aangeboden aan gegadigden. Voor zo’n procedure gelden bepaalde eisen, zoals duidelijke criteria en voorwaarden aan de hand waarvan een koper wordt geselecteerd. De gemeente had in dit geval 41 randvoorwaarden geformuleerd waar het plan van de gegadigden aan moest voldoen. De gemeente had het plan van een vastgoedbedrijf afgewezen en uitgesloten van inschrijving, omdat het niet zou voldoen aan zes van gestelde voorwaarden. Het vastgoedbedrijf ageert hiertegen bij de rechter, en met succes.
Het ging onder meer om de eis dat de privacy van de buren van het Dorpshuis voldoende gewaarborgd moet zijn. In het plan van het vastgoedbedrijf was hierin voorzien door de plaatsing van leilindes. Voor de gemeente was onduidelijk of er voldoende ruimte was voor deze leilindes en daarom sprak zij haar twijfel erover uit of hiermee wel in een blijvende oplossing was voorzien. Deze vrees was volgens de rechter niet toereikend voor de beslissing dat op dit punt niet aan de voorwaarde was voldaan.
De rechter oordeelt uiteindelijk dat de gemeente niet voldoende zorgvuldig heeft vastgesteld dat niet aan de voorwaarden is voldaan en dat bovendien een toereikende motivering ontbreekt. De gemeente moet daarom op de betreffende onderdelen een nieuw besluit nemen.
Wilt u de uitspraak zelf lezen? Dat kan via deze link.