Kan de stichting continuïteit bij mekaar houden wat niet bij mekaar wil blijven?

Veel ondernemers willen het bedrijf uiteindelijk overdragen aan de volgende generatie. Om iedereen een plek te geven zijn veel eigendoms- en zeggenschapsconstructies mogelijk. Het is belangrijk om daarbij goed te onderzoeken wat het nageslacht kan en wil met hun positie in het bedrijf, zo blijkt ook uit deze zaak.
 
Het vastgoedbedrijf van de familie in kwestie had vijf aandeelhouders: de drie kinderen met ieder 31,05%, vader met 5,03% en de ‘outsiders’ met 1,82%. Om te voorkomen dat na het overlijden van vader de twee kinderen de derde konden overstemmen werd een stichting continuïteit opgericht.
 
De stichting kreeg 51% van het stemrecht in de aandeelhoudersvergadering door prioriteitsaandelen. Het doel van de stichting was het bevorderen van de continuïteit van de familievennootschap. Het bestuur van de stichting bestond uit de drie kinderen, vader en twee onafhankelijke bestuurders.
 
Om een meerderheid voor een besluit van het bestuur en daarmee in de aandeelhoudersvergadering te verwezenlijken moest altijd tenminste de combinatie van alle familieleden of van twee familieleden en de onafhankelijke bestuurders worden gemaakt. De continuïteit van de familievennootschap leek zo goed ingericht. 

Met het overlijden van vader begonnen de verhoudingen te schuiven. Negen maanden later wordt het bedrijf gesplitst in twee. De kinderen waren het daarover eens. De onafhankelijke bestuurders keurden het af. Drie tegen twee, dus het besluit ging door. Daarop volgde het verzoek om de stichting continuïteit te ontbinden omdat het statutaire doel niet meer kon worden behaald, de familievennootschap was immers opgesplitst. Een kort geding tot schorsing van de ontbinding bood geen soelaas. 

Zo snel kan het gaan met de continuïteit. 

Overweegt u zelf om de onderneming klaar te maken voor de volgende generatie? Neem dan contact op met BENK Advocaten! Wilt u de uitspraak zelf lezen? Klik hier.