Uit de wet volgt dat als een werkgever "ernstig verwijtbaar handelt" hij aan de werknemer (soms naast de transitievergoeding) een zogenaamde "billijke vergoeding" moet betalen. Maar wat is nou precies "ernstig verwijtbaar handelen"?
Dit staat nergens met zoveel woorden in de wet beschreven. Uit diverse uitspraken van rechters blijkt echter dat werkgevers op vele verschillende fronten ernstig verwijtbaar kunnen handelen en dan dus veroordeeld worden tot het betalen van een billijke vergoeding. Voor het berekenen van deze billijke vergoeding bestaat helaas geen eenduidige wettelijke formule, maar moet gekeken worden naar o.a. de mate van verwijtbaarheid van de werkgever, naar de waarde van de arbeidsovereenkomst en naar de arbeidsmarktpositie van de werknemer.
Uit onderstaande 5 recente arresten van onze gerechtshoven blijkt op welke gebieden werk- gevers uit de bocht kunnen vliegen en dus flink in de buidel moeten tasten.
1. Hof Den Haag 13 augustus 2024
De werkgever vond dat een werknemer - die al vanaf 1991 in dienst was- plots onvoldoende functioneerde. Werkgever had dit echter onvoldoende toegelicht en onderbouwd en daarnaast had de werkgever de werknemer ook niet in de gelegenheid gesteld om dit zogenaamde disfunctioneren via een verbetertraject te verbeteren. Daarna had de werkgever nog geprobeerd om via een bedrijfseconomisch ontslag van deze werknemer af te komen, echter het UWV weigerde de vergunning. Daarna heeft de werkgever aangestuurd om de arbeidsovereenkomst via een vso beëindigd te krijgen. Het hof acht dit continu en prematuur aansturen op vertrek van een werknemer met een lange en goede staat van dienst ernstig verwijtbaar. De werkgever moest daarom een billijke vergoeding van € 400.000,00 bruto betalen.
2. Hof Arnhem-Leeuwarden 26 augustus 2024
De werkgever was niet tevreden over de houding en het gedrag van de werknemer. De werkgever had deze werknemer echter onvoldoende mogelijkheden geboden om bijvoorbeeld via coaching zijn gedrag bij te sturen. Werkgever had deze werknemer laten aanmodderen en had hem dus onvoldoende geholpen. Hierdoor was een en ander van kwaad tot erger gegaan. Het hof oordeelt dat de werkgever onvoldoende bijgestuurd heeft en de werknemer te lang aan zijn lot heeft overgelaten. Het hof bestempelt dit als ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De werkgever moest daarom een billijke vergoeding van € 34.000,00 bruto betalen.
3. Hof Den Bosch 26 september 2024
De werkgever kwam haar re-integratieverplichtingen bij een zieke werknemer niet na. De werkgever had meerdere keren de adviezen van de bedrijfsarts niet opgevolgd, had onvoldoende rekening met de verminderde belastbaarheid van de werknemer gehouden en had te laat de door de bedrijfsarts geadviseerde begeleiding ingezet. Het hof oordeelt dat de werkgever haar re-integratieverplichtingen grovelijk veronachtzaamd heeft en de adviezen van de bedrijfsarts in de wind geslagen heeft. Het hof acht dit ernstig verwijtbaar handelen. De werkgever moest daarom een billijke vergoeding van € 45.000,00 bruto betalen.
4. Hof Arnhem-Leeuwarden14 oktober 2024
De werkgever ontsloeg een werknemer wegens bedrijfseconomische redenen. Op grond van de wet moet de werkgever dan bekijken of hij deze werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, alsnog in een andere passende functie binnen de onderneming kan plaatsen. Op de werkgever rust dus een zogenaamde herplaatsingsinspanning. De werkgever had echter überhaupt geen herplaatsingsgesprek met de werknemer gevoerd en had deze slechts verwezen naar vacatures op het intranet. Het hof oordeelt dat de werkgever zich onvoldoende ingespannen heeft om de werknemer elders binnen de organisatie te plaatsen. Dit was hier des te erger, omdat de werkgever een grote internationale onderneming was. Het hof vindt dit ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De werkgever moest daarom een billijke vergoeding van € 109.723,00 bruto betalen.
5. Hof Arnhem-Leeuwarden 21 oktober 2024
De werkgever verdacht een zieke werknemer van het overtreden van het verbod op nevenactiviteiten. Op basis van geruchten had de werkgever vervolgens een recherchebureau ingeschakeld om de werknemer te observeren. De werkgever had zich niet van de aanpak en de werkwijze van het recherchebureau vergewist. Het recherchebureau heeft vervolgens deze werknemer, zijn echtgenote, zijn dochtertje en zijn visite meer dan een maand geobserveerd.
Het hof beoordeelt dit als een grove schending van de persoonlijke levenssfeer en als ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De werkgever moest daarom een billijke vergoeding van € 23.000,00 bruto betalen.
Dit is een greep uit de vele verschillende situaties waarin de werkgever ernstig verwijtbaar handelen is verweten. Werkgevers, dit moet u zien te voorkomen. Mocht u twijfelen of uw aanpak de juiste is? Bel mij. Voorkomen is beter dan genezen!
Elizabeth Stegeman, advocaat arbeidsrecht
Mijn mobiele nummer is 06 - 29 29 36 38
Mijn email adres is: stegeman@benkadvocaten.nl